Chapelure: boven water!
Jacques Chapelure | 14 juli 2012Lof zij Baron de Bacle! Zijn tussenkomst heeft mij bevrijd uit de Syrische gastvrijheid. Een even hachelijke als avontuurlijke operatie die zijn weerga in de Tourgeschiedenis niet kent. En nou overdrijf ik slechts in beperkte mate. Dank ook voor de meegezonden rol toiletpapier.
De voorgeschiedenis leest u maar na in mijn vorige bericht. Het nieuws van nu is, dat ik er weer bij ben.
De late avond nadat ik mijn noodkreet langs diplomatieke wegen naar u had gesmokkeld, werd zachtjes op mijn kamerdeur geklopt. Mijn gastheren konden het niet zijn. Die hadden de gewoonte om de deur met een ferme trap uit de sponningen te helpen. En daarna mij aanspreken op een paar krasjes. En of ik het maar even wilde goedmaken. Visa, Mastercard, I-Deal, Eurocheque. Alles was welkom.
Zachte klopjes dus. Voorzichtig opende ik de deur en in het magere maanlicht, de stroom was weer eens uitgevallen, stond een kloek manspersoon, enigszins ineengedoken. Een vinger over de lippen om mij tot zwijgzaamheid te manen. Voordat ik mijn creditcards bij elkaar kon graaien, trok hij me achter zich aan, de brandtrap af, een doolhof van duistere steegjes door, totdat de mild glinsterende golfslag van de Middellandse Zee voor ons lag. Een trapje af, de vlonder over. Een putdeksel ging open, althans dat meende ik te zien, en ik werd naar beneden gedirigeerd. Mijn redder volgde en de deksel ging er weer op. Er ging een lamp aan en ik zag mij in een piepkleinde ruimte, nauwelijks toereikend voor mij en mijn gastheer. Nee, hier hadden mijn creditcards niet bij gepast. Nu pas sprak mijn metgezel. Die stem…dat is…nee, of ja toch…Karel! Karel Kettingkast. Maar hoe, wat, waar en waarom??
De uitleg moest wachten. De ruimte was dan wel klein, maar bevatte twee zitplaatsen, fietszadels in tandemopstelling. Karel hielp me op de passagiersplaats en kroop zelf achter het stuur. “Trappen”, zei hij, “trappen alsof je de Puy de Dôme op moet”. Ik begreep de ernst van de zaak. Als in een tijdrit gingen we er in volle vaart vandoor. In een mini-onderzeeër.
Puffend legde Karel uit dat de Portugese autoriteiten zijn medewerking gevorderd hadden op aandrang van een bevriende mogendheid. De signatuur van De Bacle! Ze hadden hem in dit vaartuigje gezet, een routekaart aangereikt, een envelop — pas openen op volle zee — meegegeven, het luik dichtgeschroefd en er een fles champagne op kapot geslagen. Het kan ook goedkope cider geweest zijn, of Duitse sekt, Lambrusco, bubbeltjeswijn van de Krim of onschuldige Bar-le-Duc die voor de gelegenheid was overgeschonken in een glazen fles. De opdracht kwam uit de envelop en Karel, normaal gesproken wars van opdrachten en bevelen, onderkende het belang en maakte de missie tot de zijne. De gladiolen of…. Nee! Enkel de gladiolen!
De opdracht begon met “Aanstaande held Kettingkast!” en eindigde met “B. de Bacle”. Op de rest rust geheimhouding en auteursrecht, dus die kan ik niet citeren. Het resultaat kent u evenwel: mijn terugkeer naar de Tour.
Het was druk onder water. Keer op keer hoorden we het “ping……..ping” van tegemoetkomende onderzeeërs. Voor het eerst ter hoogte van Kreta. Aanvankelijk dachten we nog dat het de euro’s waren die hier het water in tuimelden. Maar we schampten iets metaligs, gingen naar de oppervlakte en bevonden ons naast Hare Majesteits Berend Botje, een onderzeeboot van de Bidonklasse. Veel tijd voor beleefdheden was er niet, dus Karel en de Kapitein van de Berend Botje wisselden snel hun schadeformulieren uit. De verzekeringen zoeken het onderling maar uit.
Wij vervolgden onze weg westwaarts. De Berend Botje was op weg naar de oost, had de kapitein tegen Karel gezegd. Om de invasie van de Aziatische Boktor in de kiem te smoren. Verkenners van het verderflijke insect zijn onlangs in Winterswijk waargenomen. Het had een willekeurige locatie geleken, totdat een scherpzinnige lezer van de Gelderlander het kaartje nauwkeurig bekeek. De Boktor was aangetroffen aan de rand van de Bomenbuurt. Eikenlaan, Kastanjestraat en dergelijke. Het lag er duimendik op, hier was een gerichte aanval aan de gang, met Google Maps als strijdplan. Menige duikbootontmoeting volgde. De meest opmerkelijke was een kleine gele, waaruit vrolijke muziek klonk. Iets westelijk van Marseille doken we op en Karel zette me aan land. Zelf moest hij vlug verder, iets met een ochtendetappe. Ik heb hem niet eens behoorlijk kunnen bedanken. Het is zondagavond. Ik kijk naar Marseille en zie vuurwerk. Een huivering, als ik terugdenk aan mijn vuurpijlen op het Syrische strand. Maar wat ik nu zie is het vreugdevuur van de veertiende juli. Alons enfants de la patrie. Le jour de fête est arrivée.
Gegroet, dierbare lezers. En succes in de laatste Tourweek.
Uw Jacques.
Recente reacties